CLL: De assepoester van de leukemies
(dixit: Dr D.Catovsky Royal Marsden London)

Kan CLL genezen worden?
Tot dusver kan CLL niet genezen worden, maar behandeling kan vaak wel de ziekte en zijn symptomen onder controle houden.
Veel mensen die aan CLL lijden hebben een relatief normale en actieve levensstijl gedurende vele jaren – soms zelfs gedurende tientallen jaren. In dit opzicht is CLL anders dan de vormen van acute leukemie die sneller evolueren. Veel nieuwe behandelingsvormen voor CLL worden momenteel onderzocht, en er is voldoende reden voor patiënten - die pas hun diagnose te horen kregen - om de hoop te koesteren dat zij langdurige remissies (geen ziekteverschijnselen) zullen kennen. Een echte genezing is nog niet echt aan de orde. Beenmergtransplantaties en stamceltransplantaties lijken beloftevol als therapie: diverse CLL patiënten met beenmergtransplantaties en stamceltransplantaties vertonen geen verdere ontwikkeling van de ziekte.
Het is belangrijk dat patiënten niet in paniek raken en CLL niet als een « doodvonnis » beschouwen.
Met betrekking tot de levenskansen raadt de National Cancer Institute-Sponsored Working Group (NCI-WG) het gebruik van 3 risico-groepen aan:
-
Lage risicogroep (stadium 0) met enkel een teveel aan lymfocyten in bloed en beenmerg (lymfocytose) . De gemiddelde levensverwachting van patienten uit deze lage risico groep is meer dan 14 jaren.
-
De intermediaire risicogroep met lymfocytose en vergrote lymfeknopen (stadium I) en/of vergrote milt/lever (stadium II). Bij deze groep is de gemiddelde levensverwachting 8 jaren.
-
De hoge risicogroep met lymfocytose en anemie (d.w.z. een hemoglobinegehalte van minder dan 11gm% (stadium III) en/of het aantal bloedplaatjes lager dan 100.000 per microliter bloed (stadium IV). De levensverwachting voor patiënten uit deze groep is ongeveer 4 tot 5 jaren.
In de vroege stadia van de ziekte (Rai stadia 0 tot II) werd een groep patiënten geïdentificeerd met zogenaamde “sluimerende” CLL. Deze patiënten hebben een hemoglobinegehalte van meer dan 13 gram per deciliter bloed (13 g/dL), hun aantal bloedplaatjes is groter dan 150.000 per microliter, en hun aantal lymfocyten is minder dan 30.000 per microliter. De verdubbelingstijd van het lymfocytenaantal in hun bloed is langer dan 1 jaar en zij vertonen een niet veralgemeende aantasting van het beenmerg. Deze patiënten hebben een overlevingskans die gelijk is aan hun gezonde leeftijds- en seksegenoten.
De getallen zijn uiteraard gemiddelden. Elk individu kan anders reageren. Het is gebleken dat patiënten met een serum B2-microglobuline (B2M) binnen de normale range van 2 mg/L of minder meestal de ziekte niet verder ontwikkelen.