CLL: De assepoester van de leukemies
(dixit: Dr D.Catovsky Royal Marsden London)

Algemeen verloop van de behandelingen voor de verschillende (RAI-)stadia van CLL
Behandeling van CLL hangt samen met het stadium van de ziekte en de leeftijd en gezondheidstoestand van de patiënt. Het verloop varieert sterk van persoon tot persoon. Sommige patiënten blijven jarenlang symptoomvrij, bij anderen evolueert de ziekte sneller.
Hieronder is een algemeen verloop van de behandelingen voor de verschillende (RAI-)stadia van CLL.
Refractaire CLL: “Refractair” betekent in dit geval dat de CLL niet of niet meer gunstig reageert op de behandeling. De CLL kan refractair worden tegen een specifiek aspect van de therapie; in dit geval schakelt men over naar een andere therapie. Indien de CLL refractair wordt tegen elke standaardbehandling, zullen de behandelingen afhangen van verschillende factoren. Twee mogelijkheden die in overweging genomen kunnen worden zijn het instappen in een klinische trial van een nieuwe chemotherapie, gebaseerd op geneesmiddelen die de biologische respons veranderen of monoclonale antilichaamgeneesmiddelen, en beenmergtransplantatie (zie verder).
Uit gesprekken met CLL specialisten en verhalen van CLL patiënten is gebleken dat CLL-cellen ontzettend slim zijn en zeer snel refractair zijn. In de praktijk wordt zelden tweemaal dezelfde chemotherapie gegeven om de ziekte te bestrijden.
Patiënten met een gevorderd CLL stadium zullen dus meestal onmiddellijk behandeld worden. Patiënten in vroege stadia echter, zullen nooit een onmiddellijke behandeling krijgen, in tegendeel zelfs. Zij worden wel nauw opgevolgd met onderzoeken om de 3 tot 6 maanden. Deze aanpak van hun ziekte ((enkel) opvolgen en afwachten) is moeilijk te aanvaarden voor nieuwe CLL patiënten in een vroeg stadium. Men heeft de neiging te denken dat er zo snel mogelijk met een behandeling gestart moet worden om de kansen op herstel te vergroten, zoals dat inderdaad voor de meeste kankers het geval is. CLL is hierop een uitzondering.
De reden voor deze afwachtende aanpak is dat CLL over het algemeen als ongeneeslijk beschouwd wordt. Behandelingen zijn er meestal op gericht de ziekte onder controle te houden en de symptomen te behandelen (palliatieve behandeling) en niet om de ziekte te genezen (curatieve behandeling). Op termijn verliezen de meeste behandelingen hun doeltreffendheid, en vandaar dat men het er in het algemeen over eens is de behandeling pas te starten wanneer effectief symptomen optreden. Zelfs een escalerende (steeds snellere) toename in lymfocytenaantal is vaak geen reden om de behandeling te starten.
